Op zes januari vieren we het feest van Theofánia of Epifánia.
De vakantie is bijna voorbij en het dagelijkse leven kan weer beginnen. Maar op deze dag komt iedereen nog tezamen voor de viering van Theofánia, de Godsverschijning, de viering van het licht. De ster van Betlehem is het belangrijkste symbool, als teken dat het licht in de duisternis is verschenen. De Goddelijkheid van Jezus wordt herdacht. De geboorte uit de Maagd Maria, het bezoek van de Wijzen uit het Oosten en de doop van Jezus door Johannes de Doper.
De kinderen komen voor de 3e en laatste keer de Kalanda zingen aan de deur. Dit keer zijn het liedjes over licht en zegening.
Het water wordt gezegend, want water is de bron van leven en water reinigt alles. De hele ochtend is er een kerkdienst, die via de luidsprekers in een groot deel van het dorp te horen is.
De dorpelingen verzamelen zich in en rond de kerk en de haven. Na afloop van de kerkdienst krijgt iedereen een bekertje gezegend water mee en begeeft men zich naar de waterkant waar de kinderen wachten om het kruis en een icoon op te duiken die de Pappas in het water zal gooien. Met een takje Basilicum , het koningskruid, dat gedoopt wordt in het heilige water wordt later het huis en het land gezegend voor een voorspoedig jaar.
Op zes januari verdwijnen de slechte geesten die voor Kerstmis zijn gekomen om de grote boom die de aarde draagt om te zagen.
In Noord Griekenland heeft men de gewoonte om vanaf Kerstmis 12 dagen lang de open haard te stoken en op zes januari wordt de as daarvan rondom het huis uitgestrooid, waardoor alle kwade geesten en bedreigende diersoorten zoals slangen, ratten en kakkerlakken geen schijn van kans meer maken om het huis te bereiken.
Onze Pappas maakt er ieder jaar weer een voorstelling van, door het kruis alle kanten uit te zwaaien en weer een lied te beginnen voor hij het kruis in de zee gooit. En al die kinderen staan huiverend op de kant te wachten om het koude water in te springen. Het zijn overigens alleen jongens, de meisjes mogen tegenwoordig wel, maar omdat het een oud gebruik is en de vrouwen en meisjes vroeger niet konden zwemmen, springen alleen de jongens in het koude water. Onverwachts zwaait het lint richting de zee en in een grote plons duiken de dapperen de zee in. We hopen altijd dat een kleine jongen het kruis opduikt. Vroeger werd de jongen die het kruis opdook beloond met veel geld, maar sinds een groepje dat verbraste aan drank is die traditie verleden tijd. Nu gaat het om de heldendaad zelf en de eer die hij daarvoor krijgt en natuurlijk het hele jaar geluk.
Ieder jaar is er wel iemand die een grap wil uithalen tijdens de zo bekende festiviteiten. Iemand heeft een keer een octopus opgedoken en vorig jaar zwom er een oude man door de haven, lang voordat het kruis gegooid zou worden. Wat zal het dit jaar worden? Laten we in ieder geval hopen dat de zon een aardig licht laat schijnen.
Καλή Φώτιση = Fijne verlichting / inspiratie (gewenst)
(De Grieken hebben voor iedere gelegenheid een wens.)